Cookie beleid SC 't Gooi

De website van SC 't Gooi is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Binnen de site worden er op dit moment geen analytische cookies gebruikt.

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Wie waren de helden van de 'Hel van '63'?

Wie waren de helden van de 'Hel van '63'?

20 januari 2023 11:30

Robert Toret

De Gooi en Eemlander heeft op 18 januari aandacht besteed aan het feit dat het 60 jaar geleden is dat er toen (1963) de meest zware Elfstedentocht is verreden uit de geschiedenis. Er werden in dat artikel enige schaatsenrijders geintervieuwd die de tocht hebben uitgereden. Onder hen is ook ons oud- 't Gooi-lid Hans Visser. In het papieren 't Gooi-nieuws werd er ook aandacht besteed aan dit feit, zoals bijgaand artikel. Daarin werd Hans gehuldigd door de Gemeente Hilversum middels de toenmalige burgermeester Boot. Hans is helaas in 2020 overleden.


Op 18 januari was het precies zestig jaar geleden dat, onder
barre omstandigheden, de twaalfde Elfstedentocht werd verreden. Beter bekend als de ’Hel van ’63’. Van de 9.294 toerrijders die op vrijdag 18 januari 1963 aan de zwaarste editie van de ’Tocht der Tochten’ óóit begonnen, haalden er slechts 69 de finish. Op twee na vulden ze daags na het veroveren van het felbegeerde kruisje op verzoek van een bestuurslid van de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden een enquêteformulier in, waarin ze ook verslag deden van hun bevindingen onderweg. Een greep daaruit.

Wie waren de helden van de ’Hel van ’63’? Zestig jaar na de zwaarste Elfstedentocht ooit: ’Wij hadden liever ons handen afgehakt’

Deelnemers aan de Elfstedentocht van ’63 begonnen nog vol goede moed.

Deelnemers aan de Elfstedentocht van ’63 begonnen nog vol goede moed.© Foto Spider Media

Robert Toret
AMSTERDAM

Vandaag is het precies zestig jaar geleden dat, onder barre omstandigheden, de twaalfde Elfstedentocht werd verreden. Beter bekend als de ’Hel van ’63’. Van de 9.294 toerrijders die op vrijdag 18 januari 1963 aan de zwaarste editie van de ’Tocht der Tochten’ óóit begonnen, haalden er slechts 69 de finish. Op twee na vulden ze daags na het veroveren van het felbegeerde kruisje op verzoek van een bestuurslid van de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden een enquêteformulier in, waarin ze ook verslag deden van hun bevindingen onderweg. Een greep daaruit.

’Maar wat was dat een marteling’

Naam: M. Immink.

Woonplaats: Nieuw-Vennep.

Leeftijd: 34 jaar.

Beroep: landbouwer.

Start: 6.10 uur.

Finish: 22 uur.

Rijtijd: 15.50 uur.


,,Ben vlot van start gegaan alleen, op de methode rijden van vuisten naar voren en rechtop rijden tegen het vallen. Ik hield mijn gezicht rijpvrij en mijn tricot goed schoon. Van Stavoren naar Hindeloopen en Workum was het naar omstandigheden redelijk. De wind werd sterker en de sneeuw ook. Onze mentaliteit liet ons niet in de steek. De route naar Witmarsum was niet best, maar tot Harlingen verder wel te doen. Bij Bartlehiem een goede inzinking. Om ca. 19.00 uur Dokkum en toen voor het windje, wat zijn we hier vaak geduikeld vanwege de dwarse sneeuwslierten. Van Bartlehiem naar de Grote Wielen: het ergste was geweest dachten we, maar wat was dat een marteling.’’

’De sneeuw stoof als een wervelwind om je oren’

Naam: Cees Bakker.

Woonplaats: Grootebroek.

Leeftijd: 27 jaar.

Beroep: timmerman.

Start: 6.30 uur.

Finish: 21.45 uur.

Rijtijd: 15.15 uur.


,,Deze tocht zal ons nog lang in herinnering blijven als zeer zwaar. Wat als vermaak had de fel aanwakkerende noordoostenwind, die de banen in een crossterrein veranderde. In de eerste dertig kilometer moest er steeds gepasseerd worden. Vermoeiend werk. Er doen er velen mee die beter thuis een kaartje konden leggen. Zonder training, techniek, de minste conditie, ondoelmatig gekleed, alleen met hun Elfstedenkoorts, maar die tempert bij de eerstkomende moeilijkheden. Bij Parrega, waar het ijs slecht was en de wind opstak, hadden wij het moeilijk. Nog zie ik fotografen verdoken achter hun auto proberen een foto te maken. De sneeuw stoof als een wervelwind om je oren. Twee dames gaven ons een injectie in de vorm van bekers soep. In Bolsward hoorden we dat er nog maar weinig rijders door waren. Ze vonden ons er nog fit uitzien.’’

’Ik had deze tocht niet graag gemist’

Naam: H. Schoemaker.

Woonplaats: Den Helder.

Leeftijd: 50 jaar.

Beroep: rijksambtenaar.

Start: 7.30 uur.

Finish: 22.35 uur.

Rijtijd: 15.05 uur.


,,Gaarne betuig ik mijn erkentelijkheid jegens de Leeuwarder burgers. Ik heb in mijn tehuizen waar ik heb overnacht en gegeten steeds een hartelijkheid ondervonden welke ik niet zo in enkele woorden kan weergeven. Van enige vergoeding welke toch normaal gerekend had moeten plaatsvinden, wilde men niet horen. Ook tijdens de tocht waren er in dorpen en bij boerderijen dranken te verkrijgen welke men gratis verstrekte en blijkbaar spontaan door bewoners beschikbaar waren gesteld. Ondanks de zeer slechte omstandigheden waaronder gereden moest worden, had ik deze tocht niet graag gemist. Men kon die dag de sfeer proeven, die de Elfstedentocht telkenmale opnieuw een unieke gebeurtenis maakt. Hopend dat u met uw woorden de dank van uw Hollanders over wilt brengen.’’

’Wij hadden liever ons handen afgehakt’

Naam: Jan Botman.

Woonplaats: Bovenkarspel.

Leeftijd: 37 jaar.

Beroep: metselaar.

Start: 6.30 uur.

Finish: 21.45 uur.

Rijtijd: 15.15 uur.


,,Na Franeker werd het opvallend eenzaam. We hadden helemaal niet het idee van een Elfstedentocht met duizenden deelnemers als je niemand ziet. In een andere plaats stond het leger met snert en aangezien de militairen verstek lieten gaan, wisten we een paar bekers los te peuteren. De twintig kilometer voor Bartlehiem waren zeer slecht, maar de chocolademelktent van Frico wisten we als visioen voor ons. Het was ondertussen donker. Terug naar Bartlehiem zagen wij vier rijders achter een brommer die een lift naar Dokkum namen. Het is met geen pen te beschrijven hoe min wij dat vinden. Wij hadden liever ons handen afgehakt. Na Bartlehiem werd het werkelijk beroerd. Vrijwel elke meter door hoge sneeuw. Maar de lichten van Leeuwarden lokten en eindelijk de verlokkende finish, waar wij als 13e en 14e rijder aankwamen.’’

’De tweede helft was niet gezellig meer’

Naam: Hans Visser.

Woonplaats: Hilversum.

Leeftijd: 29 jaar.

Beroep: elektrotechnisch wikkelaar.

Start: 6.30 uur.

Finish: 22.30 uur.

Rijtijd: 16 uur.


,,Misschien had ik mijn dag, maar ik draaide bijzonder goed. In de eerste honderd kilometer was er geen vuiltje aan de lucht. Flink doorgereden. Van de ene groep op de andere gesprongen en toen ik in Bolsward aankwam, stonden daar al veel bekenden die de strijd al hadden gestaakt. Door vermoeidheid of bevriezing. De tweede helft was zwaarder. Niet gezellig meer. Af en toe een ploegje van een man of vijf. Een harde wind, maar het ergste waren de besneeuwde ijsbanen. Ik heb wat ervaringen betreft niet zo veel meer te zeggen. De laatste tien kilometer kon er niet meer geschaatst worden. Dit traject moest in gesloten ploeg gelopen worden. Daar het voor een of twee personen te gevaarlijk was. De meesten, waarbij ik ook behoor, hebben in twee uur gelopen van Barthlehiem tot de Grote Wielen.’’

Vijftal uit Lutjebroek haalt finish

Van de ruim negenduizend toerrijders die in de Hel van ’63 van start gingen, haalden er 69 de finish. Omgerekend slechts 0,74 procent. Opmerkelijk: het Noord-Hollandse dorpje Lutjebroek, dat een vijfkoppige afvaardiging uitzond, noteerde een score van honderd procent.

,,Lastig om te verklaren’’, vindt sporthistoricus Jurryt van de Vooren, medeauteur van het boek ’De mannen van 63’. ,, Noord-Holland was sowieso erg goed vertegenwoordigd onder de finishers. Wat wellicht meespeelde is dat je er veel ’buitenmensen’ had, die in de landbouwsector werkten en over een bepaalde ’winterhardheid’ beschikten. Ook was er flink wat oppervlakte aan watertjes, dus in strenge winters ook veel vierkante kilometers aan natuurijs. En, daaraan gekoppeld, veel ijsverenigingen. Niet alleen in Friesland, ook in Noord-Holland heb je van oudsher een echte schaatscultuur. Zo kwam Coen de Koning - de winnaar van de tweede en derde Elfstedentocht, in 1912 en 1917 - uit Edam.’’


Arie Kunst was één van de vijf Lutjebroekers die de zwaarste Elfstedentocht óóit uitreden.© Archieffoto

Bevroren teen op sterk water

Sporthistoricus Jurryt van de Vooren deed, samen met collega Marnix Koolhaas, voor de VPRO-radiodocumentaire ’Fata morgana in een sneeuwwoestijn’ en hun boek ’De mannen van ’63’ uitgebreid onderzoek naar de 69 toerrijders die Elfstedentocht van 1963 voltooiden.

,,Bij de Hel van ’63 denken mensen vooral aan de heroïsche zegetocht van Reinier Paping (die eind 2021 op 90-jarige leeftijd overleed, red.). Maar ze vergeten daarbij dat de échte ellende plaatsvond achter hem. Natuurlijk was het overdag ook al bar en boos, het was de koudste dag van de strengste winter van de vorige eeuw. Maar er zijn nog foto’s van Paping in de zon. Naarmate de dag vorderde werd het steeds guurder. En zeker nadat de duisternis inviel, zo rond het moment dat Paping om één minuut voor vijf over de finish kwam. Vergeet niet dat het vanaf dat moment pikkedonker was, je had toen nog geen kunstverlichting langs de route.’’

Dat ervoer ook Brabander Kees Bovée, de enige toerrijder van onder de rivieren die de tocht uitreed. Van de Vooren: ,,Die was letterlijk aan het hallucineren. En Tinus Udding verloor door bevriezing een teen. Die heeft hij op sterk water laten zetten en is nog steeds te zien in het Schaatsmuseum in Hindeloopen. En Jeen van den Berg, die derde werd bij de wedstrijdrijders, reed met bevroren ogen tegen een brug aan. Had-ie helemaal niet gezien. En zo waren er veel verhalen die dag. Denk alleen maar aan wat die ruim negenduizend toerrijders die de finish in Groote Wielen niet hebben gehaald zoal doorstaan moeten hebben. Het is echt een wonder dat er geen doden zijn gevallen.’’


De ’teen van Tinus’ wordt vastgehouden door de rechtmatige eigenaar Tinus Udding. Hij is nog altijd te zien in het Schaatsmuseum in Hindeloopen.

bron: www.gooieneemlander.nl

Bron: Gooi en Eemlander (c) ANP foto / Foto Spider Media
Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!